Nou, als je slim bent, niks. Daar schakel je anderen voor in.
Maar eerst moet je jezelf afvragen waarom je last van slakken hebt.
Het probleem is niet de slak, maar het ’teveel’ ervan: een plaag. En een plaag is feedback, van de natuur. Het geeft aan dat er een onbalans is.
Onbalans in de voedselweb: er zijn niet genoeg slakkeneters in de tuin.
Onbalans in het klimaat: minder slakken sterven van de kou en ze kunnen zich eerder en meer vermenigvuldigen
De sleutel tot minder slakken overlast
Beide problemen vinden hun oorsprong in biodiversiteitsverlies. Ecosystemen spelen een cruciale rol in het handhaven van klimaatbalans. Een afname van biodiversiteit leidt niet alleen tot klimaatinstabiliteit, maar ook tot een afname van het aantal natuurlijke vijanden van slakken..
En daarin ligt ook de sleutel. Het behoud en herstel van biodiversiteit is van vitaal belang voor het herstellen van de balans in ecosystemen, en verminderen van plagen. Dit is echter geen kwestie van snelle oplossingen, maar vereist een langdurige toewijding om onze planeet te delen met alle andere soorten die hier thuis horen. Laten we alvast beginnen in de achtertuin.
De voedselweb in je tuin en omgeving herstellen
Egels dus! Ja, ze zijn schattig, hebben absoluut een rol in elke tuin, maar ze eten niet zoveel slakken. Door alleen op egels te focussen krijg je geen volledig voedselweb in de tuin. En een volledige voedselweb, met het hele scala aan mogelijke tuin-fauna, is wat nodig is.
Er zijn talloze soorten die zich voeden met slakken, en bijna al deze soorten hebben vergelijkbare behoeften. In deze blog lees je over een speciale groep, een groep die minder schattig is dan de egel, maar echt heel graag in je tuin wilt leven.
- loopkevers
- hazelwormen
- padden
- kikkers
Koudbloedige slakken-moordenaars
Deze vier soorten zijn koudbloedig. Dat wil zeggen dat ze winterslaap houden en pas actief zijn als de omgevingstemperatuur hoger wordt.
Padden en kikkers gebruiken hun grote plak tong om alles wat beweegt en klein genoeg is te pakken en naar binnen werken. Ook slakken dus. Ga ze vooral niet kussen, aan prinsen heb je niks.
Hazelwormen zijn pootloze hagedissen die wormen en naaktslakken eten. Die wil je hebben! Als kind in Engeland heb ik veel hazelwormen gezien, in de composthoop, weg aan glippen tussen de struiken. Maar ik heb er nooit een in mijn huidige tuin gezien. In Nederland zijn ze vrij zeldzaam.
Loopkevers zijn echt je bondgenoot in het terugdringen van de slakkenpopulatie. Ze gaan ‘s nachts op jacht en pakken de slakken als ze slapen (neem ik aan ;-). Niet alle soorten eten slakken, maar dat is bijzaak. Alle kevers zijn belangrijk in de tuin.
Wat hebben koudbloedige slakkeneters nodig?
De drie V’s en een ‘O’
- Voedsel en water: voor 12 maanden van de jaar
- Veiligheid:
- overwinteringsplekken
- schuilplekken
- bedekte routes door de tuin
- Voortplantings plekken
- Opwarm plekken
Je kunt makkelijk de drie V’s (en een ‘o’) in je tuin creëren met materiaal die al rond slingert. Leuk om met de kinderen te doen.
Voedsel
Slakken en slakken eieren…check.
Op het menu staat ook allerlei insecten, wormen en andere kleine grut.
Veiligheid
Overwinteringsplekken en schuilplekken. Steenhopen en opgestapelde boomstronken op verschillende plekken in de tuin zijn hiervoor fantastisch. Maar als je een meer ‘aangelegde’ habitat wilt creëren, kun je met deze ideeën spelen.
Overwinteringsbunkers: padden en hazelwormen
Een overwinteringsbunken (hibernaculum in het Engels), is niets anders dan een gat in de grond opgevuld met bakstenen, takken en boomstronken. Het biedt een vorstvrije plek onder grond voor amfibieën en reptielen (uitgezonderd de kikker, die heeft een vijver nodig).
Bouw een overwinteringbunker alleen op grond die niet onder water loopt in de winter.
Keverbank: overwintering kevers en andere insecten
Bouw een ophoging op een zonnige plek in de tuin en zaai met inheemse grassen en wilde bloemen. Een keverbank blijft droger in de winter en warmt sneller op in de lente. Loopkevers die in de keverbank overwinteren, worden eerder actief in het voorjaar en kunnen sneller op jacht gaan naar slakken.
Keverbanken zijn oorspronkelijk bedacht voor akkerbouw, maar met een beetje creativiteit kun je aanpassen voor in de tuin:
factsheet keverbank
Als je minder ruimte hebt kun je een kever-emmer maken. Als je geen plastic in de bodem wilt stoppen kun je een gat in de grond maken en de materialen daar in stoppen
Vijvers: overwintering kikkers en voortplanting kikkers, padden en salamanders
Kikkers overwinteren in vijvers en hebben een diepte van 100 tot 120 cm nodig. Een ecologische vijver is een van de beste manieren om meer soorten naar de tuin te lokken. Door een vijver aan te leggen, zal de biodiversiteit in je tuin aanzienlijk toenemen. Bouw je vijver met meerdere lagen en flauwe oevers, zodat je een diversiteit aan plantensoorten kunt toevoegen. Als het niet mogelijk is om flauwe oevers te creëren, zorg dan voor een ‘egel-ladder’ in de vijver, zodat landdieren en insecten gemakkelijk uit het water kunnen klimmen als ze erin terechtkomen.
In mijn kleine stadstuin past een ecovijver niet. Maar en speciekuip vijver wel!. Met (bak)stenen kun je de onderwaterlagen aanbrengen. Voor egelladder heb ik een oude stuk betongaas gebruikt. Het wemelt van de padden, salamanders en andere mysterieuze wezens..
Vijvers en kinderen
Kleine kinderen zijn een reden waarom veel mensen geen vijver in de tuin willen. Afhankelijk van je situatie kun je verschillende dingen doen om het toch veiliger te maken.
- gebruik een vijverrooster:
- maak een vijver in een speciekuip boven de grond (met een plank als ladder voor kikkers en padden)
- zet een kind-proof omheining rond de vijver
Schuilplekken en beschutte routes door de tuin.
- dichte (stekelige) struiken en verschillende lagen van beplanting
- strooisellagen
- takkenhopen / takkenrillen
Een voedselbos bevat al deze eigenschappen, handig! De voedselbosmodel kan prima in een kleine tuin toegepast worden: de eetbare bostuin kan met of zonder gazon aangelegd worden. Heb je hier graag hulp mee?
De diverse lagen van beplanting – van kleine bomen en struiken tot vaste planten en bodembedekkers – creëren prachtige beschutte looproutes voor dieren door de hele tuin.
Stekelige struiken worden vaak vermeden omdat ze lastig zijn om te snoeien en je kunnen prikken. Toch zijn ze een zegen voor kleine slakkeneters. Onder een stekelige struik zijn ze minder toegankelijk voor katten of andere ongewenste bezoekers. Bovendien bieden ze vogels veel voordelen.
Takkenrillen:
Ik begrijp werkelijk niet waarom er niet in elke tuin een takkenril is. De voordelen ervan zijn talloos:
- overwinteringsplek voor o.a. loopkevers
- onderdak voor veel dieren inclusief de winterkoning
- voortplantings plek voor insecten
- voedsel voor het bodemleven
- natuurlijke tuinafscheiding
- depot voor snoeisel
Een takkenril kost je niks, het bespaart juist tijd en geld. Met een takkenril kan je alle tuinafval kwijt waar je anders geen ruimte voor hebt. Je kunt het zo strak of los bouwen als je wilt. En het is helemaal niet moeilijk.
Mijn takkenril loopt langs de erfgrens, met daarachter klimop: de perfecte habitat voor kevers, vogels, vlinders en andere kleine grut. Bijkomend voordeel is dat ik geen schutting nodig heb.
Opwarm Plekken
Koudbloedige slakkenmoordernaars zijn afhankelijk van de omgevingstemperatuur om actief te worden. Door opwarmingsplaatsen naast hun overwinteringslocaties te creëren, help je hen om in het voorjaar snel op gang te komen.
Ik gebruik oude bakstenen en dakpannen die in de zon liggen als opwarmingsplaatsen. Je kunt deze opwarmingsplekken zo mooi maken als je wilt. Het belangrijkste is dat je ze koppelt aan de overwinterings- en schuilplaatsen van de dieren. Op deze manier hoeven de slaperige dieren geen energie te verspillen om naar hun opwarmingsplek te komen; het is letterlijk naast de deur.
Beschutte opwarmplek voor hazelwormen
Hazelwormen zijn pootloze hagedissen die zich voornamelijk voeden met wormen en naaktslakken – precies wat je in je tuin wilt hebben! Als kind in Engeland heb ik vaak hazelwormen gezien, terwijl ze zich een weg baanden door de composthoop of tussen de struiken glipten. Maar in mijn huidige tuin heb ik er nog nooit een gezien. In Nederland zijn ze vrij zeldzaam, met de grootste populatie op de Veluwe.
Hazelwormen zijn erg schuw en geven de voorkeur aan een vochtige, dichtbegroeide habitat met een goede strooisellaag en veel dood hout om onder te schuilen. Een typische stadstuin is voor hun minder aantrekkelijk. Bijkomende probleem met een stadstuin is dat je altijd afhankelijk bent van de omgeving om je heen. Dieren die het misschien leuk in jouw tuin zouden vinden kunnen het niet bereiken omdat de natuurcorridors zo versnipperd zijn. Misschien is het de moeite waard om toch te proberen ze aan te trekken.
Hazelwormen hebben een iets andere soort opwarmplek nodig, een die hen beschermt tegen roofdieren zoals katten. Ik vond een voorbeeld van een stuk zwart geverfde metalen golfplaat op een Engelse website. Je legt het op de grond dichtbij een geschikte schuilplaats (in de zon), en laat het met rust. Dit is een plek waar de mannetjes vooral gaan liggen in maart als ze uit de winterslaap komen, terwijl de vrouwtjes vanaf april meer aanwezig zijn. Je kunt hier meer lezen over de hazelworm.
Ik ben van het ‘ik weet niet of het lukt, dus ik ga het toch proberen’-type. Daarom ga ik toch een opwarmplek voor hazelwormen in mijn tuin aanleggen… wie weet.
Voortplantingsplekken
de voortplantingsplaatsen van deze dieren zijn vaak ook de plekken waar ze beschutting zoeken. Een knop, meerdere belletjes 😉
Een geïntegreerde systeem
Veel dieren die slakken eten, zijn zelf prooi voor andere roofdieren. Om ze veiligheid te bieden, is het belangrijk om landschapselementen aan elkaar te koppelen. Dit betekent overwinteringsplekken naast opwarmplekken en naast water. In mijn tuin heb ik geprobeerd veilige looproutes voor dieren te creëren, zodat ze altijd door de tuin kunnen bewegen zonder onnodig kwetsbaar te zijn voor roofdieren. Een eetbare bostuin is hiervoor ideaal, omdat het zoveel gelaagdheid biedt en bijna automatisch de drie V’s (voedsel, veiligheid, voortplanting) voor allerlei tuinfauna oplevert.
Hou in gedachten dat de habitat voor slakkeneters ook die van de slak is. Dat is logisch. Hetzelfde geldt voor ons – we gaan niet naar een supermarkt in Dubai voor ons avondeten als er een buurtwinkel om de hoek is. Dus wanneer je begint met het creëren van een habitat voor slakkeneters, zul je waarschijnlijk eerst meer slakken aantrekken.
Maar de landschapelementen die zowel slakken als hun natuurlijke vijanden aantrekken, zijn eigenlijk gunstig voor de algehele gezondheid van de tuin. Uiteindelijk ontstaat er meer balans in het ecosysteem, mits je volhoudt en geduld hebt.
Leer meer over biodiversiteit en permacultuur in een van onze cursussen