In 7 stappen een mini-voedselbos in de achtertuin

Droom jij ook van een voedselbos? Maar heb je geen hectares grond? De meeste stadsbewoners hebben een oppervlakte tussen ‘balkon’ en 50 m2 tot hun beschikking. Maar het is heel goed mogelijk om in een kleine achtertuin, en zelfs in grote bak of pot eetbaar groen te creëren dat mooi, veerkrachtig en lekker is.

De natuur herstellen

Een mini-voedselbos maakt je tuin klimaatbestendiger en helpt de natuur te herstellen, zonder dat het uren en uren onderhoud vergt. De voordelen op een rij

  • gezond onbespoten voedsel voor jou
  • minimaal onderhoud
  • minimale irrigatie
  • voedsel en beschutting voor insecten en vogels
  • opslag van CO2 in de bodem
  • herstel van de lokale waterkringloop
  • biodiversiteit

Verschillende voedselbos vormen

Een mini-voedselbos is opgebouwd uit verschillende plantlagen. Bomen, struiken, vaste planten en bodembedekkers die eetbaar zijn voor jou, maar ook voedsel en beschutting bieden voor bijen en vogels door het jaar heen. Afhankelijk van je ruimte en smaak kun je het op verschillende manieren aanleggen

Een mandela-tuin

Deze vorm is bijzonder sierlijk. Je organiseert verschillende lagen beplanting rond een centrale boom. De paden zijn zo aangelegd dat alles gemakkelijk te onderhouden is. De ronde vormen en vele bloemen zorgen voor een mooi effect en veel te oogst.

Van hoog naar laag

Het is ook mogelijk om een mini-voedselbos aan te leggen langs een schutting. Je zet de hoogste elementen op het noorden en werkt naar het zuiden toe met steeds lagere planten. Zo maak je optimaal gebruik van het beschikbare zonlicht. Op deze manier kun je ontzettend veel eetbare planten in een kleine tuin verwerken. Ik heb laatste alles in mijn tuin van 4 x 12 proberen in kaart te brengen. Ik kom uit op tenminste 54 eetbare soorten. Niet slecht! Kom het meemaken tijdens de eendaagse workshop permacultuur.

Begin klein. Je kunt na verloop van tijd een voedselbos in de achtertuin aanleggen door één border per keer aan te pakken.

Stap 1 Waar ga je je voedselbos aanleggen?

Kies een plek met voldoende zon. Een appelboom wil in de zomer het liefst 8 uur zon per dag. Een morelkers doet het goed met meer schaduw. Als je een schaduwrijke tuin hebt, is er ook veel mogelijk. Binnenkort een blog hierover.

Hoe groot moet de border zijn? Zelfs op één vierkante meter, of in een pot, kun je een mini-voedselbos creëren. Natuurlijk, hoe groter de border, hoe meer diversiteit in beplanting mogelijk is.

Een ideale minimale grootte voor een mooie border is 4 vierkante meter (als je de ruimte hebt). 

Stap 2 Maak een eenvoudige plattegrond

Een plattegrond op schaal helpt je beter te plannen waar de paden komen en hoeveel planten er in de border passen. Dit is een echte aanrader en iets waar ik veel aandacht aan besteed tijdens de permacultuur jaaropleiding en de moestuin cursus. Zonder plan is de kans groot dat je de planten te dicht op elkaar plant, waardoor ze met elkaar gaan concurreren.

Maak je plattegrond zo groot mogelijk. A3 is ideaal.

Stap 3 Kies een eetbare boom

Kies eerst een fruitboomsoort die je mooi vindt en die past bij de ruimte en het microklimaat (zon, halfschaduw, schaduw). Kies een boom die zelfbestuivend is. Dit betekent dat hij geen andere fruitboom in de buurt nodig heeft om vruchten te krijgen. Deze informatie vind je op de etiketje bij de kwekerij. Op fruitbomen.net vind je hier meer informatie over en een handige bestuivingstabel waarmee je zelfbestuivende bomen kunt vinden of twee soorten kiezen die elkaar bestuiven.. 

Hoe groot wordt mijn fruitboom?

Fruitbomen zijn er in allerlei maten en soorten, van patiofruit dat maar 1,50 meter hoog wordt tot hoogstamfruitbomen die heel groot worden. Voor een kleine achtertuin is een klein formaat beter, dat laat meer ruimte over voor andere planten.

Een laagstam fruitboom wordt ongeveer 2,5 meter hoog en breed. Terrasfruit wordt 1,50 meter hoog en breed. Terrasfruit kan zelfs in een pot. Als je heel weinig ruimte hebt, kun je voor een leivorm gaan. Leibomen worden zo gesnoeid dat ze ‘plat’ groeien, ideaal voor langs een schutting bijvoorbeeld. Hier vind je informatie over boomgroottes.

Misschien wil je een minder bekende eetbare boomsoort. Kijk op voedselbos.eu voor inspiratie.

Als je je boom eenmaal hebt gekozen, gebruik dan dezelfde schaal als je kaart om de kroonbreedte op papier te tekenen. De kroonbreedte is de breedte die je boom zal hebben als hij volwassen is. Je leest op de etiket van de boom aan hoe hoog hij zal worden. De hoogte is ongeveer gelijk aan de breedte. Knip deze cirkel uit en plaats hem op je kaart. Nu kun je zien hoeveel ruimte er is voor paden en onderbeplanting.

Stap 3 Waar komen paden in jouw voedselbos?

Voor oogsten en onderhoud heb je paden nodig zodat je niet op je planten hoeft te stappen. Een goede breedte voor een border met paden aan beide kanten is 1,20. Je kunt het midden van de border van beide kanten dan bereiken. Stapstenen zijn natuurlijk ook een optie.

Teken je paden op de plattegrond. Hoe breed moeten ze zijn? 60 cm is handig, maar 30 cm is voldoende als je ze minder vaak gaat gebruiken.

Stap 4 Kies eetbare struiken

Afhankelijk van de grootte van de border kun je allerlei soorten struiken, kruiden en vaste planten rond je boom zetten. Wat lijkt je lekker? Deze eetbare struiken worden maximaal 1,50 hoog en breed:

  • aalbessen en zwarte bessen
  • appelbes (Hugin is een kleinblijvende variëteit)
  • berberis
  • fuchsia (ja, er zijn eetbare variëteiten!)
  • honingbes (je hebt er drie nodig voor bestuiving)

Maak weer cirkels op papier die de volwassen breedte van een struik aangeven (1,50 breed). Knip ze uit en rangschik ze rond de boom. Nu kun je zien hoeveel struiken er in je mini-voedselbos passen. Vergeet niet voldoende ruimte tussen de struiken te laten voor vaste planten en bodembedekkers.

Stap 5: Kies de vaste planten en bodembedekkers

Kruiden en theeplanten zijn ideaal voor tussen de struiken. Misschien kun je zelfs een rabarber kwijt in de border. Houd er rekening mee dat de bomen en struiken schaduwplekken zullen creëren. In de schaduw kun je kruiden planten zoals peterselie, bieslook, citroenmelisse en Roomse kervel. Aan de zonnige kant zijn mediterrane kruiden ideaal. Salie, rozemarijn, tijm en oregano.

Het is een goed idee om een paar planten toe te voegen die de bodem voeden. Stikstofbinders zoals klavers bedekken de bodem en bemesten het tegelijkertijd. Als je de voorkeur geeft aan een struik, kun je zoethout, lespedeza of valse indigo gebruiken. Zorg ervoor dat je de grootte van de plant controleert, zodat deze in je plan past.

Smeerwortel is ook een bekende plant voor in een voedselbos. Hij heeft een zeer diepe penwortel en gebruikt deze om mineralen uit de diepere lagen van de bodem te verzamelen. Als de bladeren in de herfst afsterven, komen deze mineralen weer in de bovenste lagen van de grond terecht en bemesten ze de planten met minder diepe wortels. Je kunt dit proces ook versnellen door de bladeren van smeerwortel een paar keer per jaar te snoeien en de bladeren als mulch te laten vallen. Dit heet hakken en laten vallen. Er zijn nog veel meer planten die je hiervoor kunt gebruiken. Er zijn veel meer planten die je hiervoor kunt gebruiken.

Gebruik ook hier weer cirkels op schaal om te zien hoeveel planten je nodig hebt.

Stap 6: Planten kopen en erin zetten!

Zodra je plan klaar is, kun je planten kopen en de tuin aanleggen. De beste tijd is hiervoor is in de herfst. Dan hebben de planten de tijd om te wortelen zonder al te veel warmte en zon. 

Zorg ervoor dat het perk goed schoongemaakt is en voeg indien nodig boomplantgrond of compost toe. Als alles in de grond staat geef dan goed water en bedek de grond bij voorkeur met mulch. Herfstbladeren of houtsnippers zijn ideaal.

De eerste paar jaar moet je extra aandacht besteden aan je mini-voedselbos. Extra water geven en onkruid wieden tussen de planten. Snoeien is ook belangrijk. Snoeien houdt de planten gezond en zorgt voor meer opbrengst. 

Stap 7: Geniet!


Meer leren over voedselbossen en permacultuur?