Iedereen weet het allang! Combinatieteelt in de moestuin is beter… Beter voor de bodem en beter voor het beperken van plagen en ziektes.
Maar waar begin je? Er zijn zoveel variabelen, zoveel dingen waar je rekening mee moet houden. En elk jaar moet je opnieuw beginnen. Als je zoals ik bent, vergeet je misschien wat wel en wat niet gewerkt heeft, en wat je de vorige keer waar hebt geteeld…
Er zijn meerdere methodes beschikbaar:
Er is de totale chaos methode (waardoor je er gewoon geen raad mee weet en elke jaar opnieuw maar wat doet).
Er is ook de schijnbare chaos methode van de fantastische Frank Anrijs (natuurlijke moestuin goeroe – volg hem om je moestuin avonturen leuker en beter te maken!)
Ik wil de ABC methode van Gertrude Franck aanraden
Een makkelijke en overzichtelijke manier om je combinatieteelt te plannen
Sinds een paar jaar experimenteren wij in de tuin met de ABC methode van Gertrude Franck
Dit zegt Wikipedia over Gertrude:
Gertrude Franck (Untergroeningen, 25 september 1905 – Stuttgart, 18 april 1996) was een Duitse non-fictie schrijver en biologische tuinierster.
Vanaf de jaren veertig ontwikkelde ze haar eigen combinatieteelt, een rijensysteem met geïntegreerde vruchtwisseling, groenbemesting en compostering met behulp van dikke mulchlagen.
Klinkt goed huh 😉
Gertrude werkt zonder vaste paden. Wij werken met vaste paden. Enige flexibiliteit was nodig om dit systeem op onze tuin toe te passen. Maar daar gaat permacultuur nu eenmaal over: synergie, 1 + 1 = 3, creatief denken en maatwerk…
Een korte uitleg van de ABC systeem
De teeltbedden worden opgedeeld in meerdere rijen: A, B en C
Om de twee meter heb je een rij A
Om de twee meter heb je een rij B
Om de meter heb je een rij C
En om de 50 cm, tussen de A’s, B’s en C’s heb je nog een andere rij (de rij zonder naam) waar je in het vroege voorjaar spinazie of mosterd zaait. Spinazie of mosterd zijn bedoeld als groenbemesting.
A = Lang: traag-groeiende gewassen die een hele seizoen nodig hebben om te rijpen.
B = Middel: gewassen die een half seizoen nodig hebben te rijpen. In bed B kun je in een seizoen twee keer zaaien en oogsten.
C = Kort: snelgroeiende gewassen, klein van stuk en laagblijvend. Je kunt meerdere keren per seizoen zaaien en oogsten.
Het klinkt ingewikkeld, maar als je het eenmaal onder de knie hebt, is combinatieteelt op deze manier veel makkelijker.
Goede en slechte combinaties?
Gertrude legt ook uit welke planten een goede of minder goede relatie met elkaar zouden hebben, zodat je gunstige combinaties kunt creëren.
Bij lijstjes van goede en slechte combinaties wordt ik altijd een beetje opstandig. Zo zwart-wit is de natuur niet, en in mijn ervaring spreken deze soort lijsten elkaar vaak tegen. Maar… Gertrude had vast meer ervaring en kennis dan ik, dus het schaadt zeker niet om met haar aanbevelingen te experimenteren. De bottom line is observatie – blijf maar observeren wat er gebeurt en jezelf afvragen waarom. Blijf in verbinding met je tuin!
Het is enorm puzzelen om je bedden vervolgens in te delen. Maar het fijne van dit systeem is dat, als het eenmaal klaar is, het voor altijd klaar is. Je neemt met deze methode de wisselteelt automatisch mee. De combinaties voor elk bed zijn anders. Maar de indeling van elke bed kun je elk jaar opnieuw gebruiken door het op te schuiven naar het volgende bed (als je het tenminste op papier hebt gezet – note to myself).
Tot nu toe hebben wij de volgende combi’s klaar voor drie van onze bedden:
Bedankt aan tuinsuperkrachten Monique en Anne Marie voor het uitwerken van het teeltplan en tekeningen!
Updates in de volgende blogs!