
Despite all our accomplishments, we owe our existence to a six-inch layer of topsoil and the fact that it rains.” Paul Harvey.
Onze cultuur waardeert het grootse en indrukwekkende. Dat valt op en trekt het aandacht van iedereen.
Maar in de natuur zijn het juist de kleine, vaak onzichtbare handelingen die alles draaiende houden. Het zijn de talloze relaties tussen planten, dieren, bacteriën en schimmels, een subtiel web van uitwisseling waarin voedsel, water en veiligheid worden gedeeld, en nieuw leven ontstaat.
Het lijkt misschien alledaags. Maar dit is de motor van het leven.
Mee-weven in het web van leven
In het licht van de huidige wereldproblematiek, kun je makkelijk ontmoedigd raken en gaan geloven in de mythe van de druppel op de gloeiende plaat (dat overkomt me regelmatig). Als je kijkt naar al die impactvolle projecten die anderen opzetten, zoals voedselbossen of regeneratieve boerderijen, kun je misschien ook denken dat alleen dat soort dingen echt impact hebben.
Maar het herstellen van biodiversiteit, de belangrijkste taak van onze generatie, kan overal en altijd. Met kleine en subtiele acties kun je verbindingen herstellen, door alledaagse relaties tussen iedereen die daarbuiten woont weer mogelijk te maken.
En goed nieuws: dat kan zónder plantenkennis of geld. Met simpele acties kun je voedsel, vocht en onderdak bieden aan het fundament van álles: het bodemleven, zodat alle wormpjes, schimmels en bacteriën weer aan de slag kunnen met grootse dingen, zoals het herstellen van de koolstofcyclus.
Je kunt vandaag nog beginnen.
Onder de grond leeft een onzichtbare wereld

Een wereld die van levensbelang is voor alles wat erboven leeft.
Het bodemleven, van bacteriën tot wormen en schimmels, zijn de vuilnismannen én architecten van het ecosysteem.
Hun taak: alles afbreken wat van boven komt. Gevallen bladeren, dode dieren, poep, plas, het wordt allemaal gereduceerd tot:
- nutriënten voor planten: Planten halen hun voeding uit de bodem. En als jij eetbare planten hebt, belandt de bodemgezondheid uiteindelijk op jouw bord. Hoe meer bodemleven, hoe meer nutriënten in je voedsel.
- Humus, een sponsachtige stof die grotendeels uit koolstof bestaat, slaat CO₂ uit de lucht op, soms wel honderd jaar lang. Zo wordt de bodem, dankzij de bodemleven, het belangrijkste koolstofbuffer op land.
Maar zonder voedsel en onderdak kunnen deze organismen hun werk niet doen.
De bodem droogt uit, verliest zijn veerkracht en stoot CO₂ uit in plaats van het vast te houden. Precies wat er gebeurt bij industriële landbouw.
Wat kun jij doen? Begin met níét opruimen.
Laat alles wat leeft en sterft in je tuin, ook daar weer terugkeren.
Bladeren, snoeisel, uitgebloeide bloemen, vogelpoep, een gevallen veertje, het is allemaal voedsel en onderdak voor het bodemleven.
Maar hoe doe je dat zónder dat het een rommel wordt?
1. De takkenril: de missing link in de meeste tuinen

Als je bomen en struiken hebt, heb je snoeiafval. Zonder hakselaar is het lastig om deze materiaal te verwerken in een kleine tuin
Een takkenril is wel een manier om snoeiafval ‘netjes’ weg te werken in zelfs de kleinste tuin. Die kun je langs elke schutting maken, of zelfs in plaats van een schutting. Laat een beetje ruimte tussen de ril en de schutting, zodat de schutting niet wegrot.
Elke keer als je snoeit, gooi je de takken er gewoon bij. Makkelijker kan haast niet.
Met een takkenril creëer je een herberg voor veel dieren en microben. De takkenril is een dak boven hun hoofd wordt langzaam afgebroken door het bodemleven waardoor het ook je planten voedt. Vogels, zoals het winterkoninkje, zijn er dol op. In mijn tuin nestelen er zelfs hommels in.
Je kunt de takkenril plaatsen op een plek waar je ook windwering nodig hebt, rond de moestuin bijvoorbeeld. Een bijkomende voordeel is dat je verschillende slakkeneters daarmee aantrek, zoals loopkevers en vogels.
2. Chop & drop: mulchen in de zomer

We weten inmiddels: herfstblad mag blijven liggen.
Maar chop & drop gaat nog een stap verder. Ook in de zomer kun je je bodem beschermen en voeden door groen snoeimateriaal direct op de bodem te laten vallen. En het doet wonderen voor de gezondheid van je tuin. (Bonus: katten vinden een bedekte bodem veel minder aantrekkelijk om in te graven 😉)
Woekeraars zoals blauweregen of wilde wingerd? Gewoon snoeien en laten liggen. Kijk hier een korte film over hoe dat ik mijn stadstuin doe.
Deze planten produceren elke week vers mulchmateriaal, en het bodemleven verwerkt het net zo snel als jij het kunt aanleveren. Jij, met je snoeischaar, bent de faciliterende schakel. In de permacultuur gebruiken we bepaalde planten juist omdat ze zo geschikt zijn om mee te mulchen, zogenaamde mulchplanten. Hier kun je ontdekken welke goed passen bij jouw tuin en bodem.
Zelfs met onkruid kun je dit doen: trek het eruit en leg het direct terug op de bodem. Je bent dan niet aan het wieden maar ‘vruchtbaarheid’ aan het oogsten. Let er wel op dat de onkruid nog geen zaden heeft, en pas op met wortelonkruiden zoals zevenblad of kweekgras, die slaan opnieuw aan. Groenblijvers zoals klimop kun je beter niet gebruiken, maar nu heb je een takkenril, dus daar kun je de snoeisels van deze planten op gooien.
Probeer het gewoon eens. Observeer wat er gebeurt.
3. Herfstblad laten liggen

Bladeren die in de herfst vallen, zijn geen afval, maar juist een winterdekbed voor de bodem.
Ze bieden beschutting en voedsel aan wormen, schimmels, kevertjes, microben, al het kleine grut dat jouw bodem gezond houdt. Laat bladeren liggen waar dat mogelijk is, vooral onder bomen, struiken en tussen vaste planten.
Ook in je moestuin kun je veel soorten herfstblad gebruiken om je bedden mee af te dekken. lees hier welke bladsoorten het beste geschikt zijn.
Zelf verzamel ik het blad van straatbomen om mijn bodem nog meer mee af te dekken. Wat er daarna overblijft, maak ik om tot bladcompost, of bewaar ik als bruin materiaal voor mijn compostvaten.

Er worden vaak een paar bezwaren genoemd tegen het afdekken van de bodem en takkenrillen:
- Het ziet er rommelig uit: Dat klopt, het kan in het begin wat minder opgeruimd lijken. Maar wat weegt zwaarder? Een beetje rommeligheid of het herstel van biodiversiteit en de koolstofcyclus? Zelf kan ik geen ‘zwarte aarde’ in de tuin meer zien zonder te huiveren 🙂
- Het trekt slakken en ‘vieze beestjes’ aan: Het is belangrijk om te beseffen dat slakken onderdeel zijn van het grotere voedselweb. Ze worden vaak juist opgegeten door de ‘vieze beestjes’ die ook onder een mulchlaag of in een takkenril willen wonen. Soms duurt het even, maar uiteindelijk komt de balans vanzelf terug. Ik heb ook slakken in mijn tuin, maar omdat mijn planten sterker zijn dankzij de mulch, veroorzaken ze nauwelijks schade.
- Het is te veel werk: Ja, je zult wat tijd moeten besteden aan je tuin, maar dat is toch leuk?! Op de lange termijn zal het leiden tot minder werk en een mooiere, gezondere tuin.
